De laatste tijd komen in de media meer en meer berichten voorbij over het fenomeen ‘importauto’. Nu is in Nederland, als natie zonder echte eigen auto-industrie, bijna elke auto ooit een keer geïmporteerd. Met de term ‘importauto’ wordt dan ook gedoeld op een auto die niet via de reguliere importeur als nieuwe auto, maar op een zeker moment via een alternatief importkanaal ons land is binnengekomen. We spreken in deze gevallen, ter onderscheid van de directe import via de door de fabrikant aangewezen importeur, over parallelimport of ook wel "grijze import". In de meeste gevallen stonden deze auto’s in het land van herkomst al op kenteken en hiermee zijn het dus gebruikte auto’s.
In Nederland kwamen in 2015 bijna 140.000 auto’s via parallelle import ons land binnen. In het afgelopen decennium gaf elk jaar een spectaculaire stijging van de import van gebruikte auto’s te zien. De nadruk ligt hierbij op jonge auto’s uit het A- en B-segment, de zogeheten (sub)mini’s en de compacte klasse. Veel van deze auto’s gaan rechtstreeks naar handelaren, die ze vervolgens weer aan Nederlandse kopers proberen te slijten.
Daarnaast zijn er steeds meer particulieren die een auto uit het buitenland importeren. Vaak zijn dit auto’s uit de wat hoger liggende segmenten. Duitsland is het voornaamste land van herkomst van al deze auto’s.
Dat de import van gebruikte auto’s in Nederland de laatste jaren een grote stijging heeft doorgemaakt, is vrij eenvoudig te verklaren. De Nederlandse automarkt kampt al geruime tijd met een krapte op het gebied van het aanbod van jonge gebruikte auto’s. Er worden steeds minder nieuwe auto’s verkocht en de vraag naar jonge tweedehandsauto’s stijgt. Voor een deel is dit te wijten aan de crisis, maar het zou te simpel zijn om het effect geheel hieraan toe te schrijven. In Nederland zijn de prijzen van nieuwe auto’s in vergelijking met de omringende landen verhoudingsgewijs onevenredig hoog. Dit is gedeeltelijk te verklaren door het Nederlandse belastingstelsel en de hoge heffingen die hierin op nieuwe auto’s in rekening worden gebracht. Maar ook berekenen de Nederlandse dealers relatief hoge winstmarges door aan de klant.
In de ons omringende landen, in het bijzonder Duitsland, is de marktsituatie beduidend anders. Nieuwe auto’s zijn er goedkoper en worden er verhoudingsgewijs meer verkocht. De lagere prijzen werken ook in de hand dat het uitrustingsniveau vaak beter is; de Duitse koper kan immers met hetzelfde bedrag meer auto kopen dan zijn Nederlandse lotgenoot. Dit grotere volume aan nieuwe auto’s resulteert in Duitsland in meer aanbod van gebruikte auto’s en dientengevolge lagere prijzen. Hierdoor kunnen deze auto’s, ook nadat de Nederlandse fiscus bij import de gebruikelijke heffingen heeft geïncasseerd, tegen aantrekkelijke prijzen in de markt worden gezet. Deze winst verdwijnt bij importauto’s die via dealers en handelaren worden aangeboden overigens vooral in de zakken van de verkoper en gaat hiermee grotendeels aan de neus van de klant voorbij. Dat is anders wanneer de klant zelf een auto uit het buitenland importeert. Prijsbewuste klanten kunnen dan ook veel voordeel behalen wanneer ze, mits gewapend met voldoende kennis dan wel met vakkundige begeleiding, zelf een auto uit het buitenland importeren.
Geïnteresseerd geraakt? Kijk ook op onze pagina Auto importeren of doorzoek hieronder een aanbod van importauto's van 2012 en jonger waarbij de prijzen worden ingegeven inclusief BPM en alle import kosten.
[cars_all]